Zelf taugé kiemen, het is leuk, makkelijk, goedkoop en gezond.
Taugé, ook wel bekend als sojascheuten is een kiemgroente die rijk is aan oa vitamine B, C en ijzer. Erg lekker in loempia’s en roerbakschotels, maar ook op een broodje met sla en tomaat, in de soep of in een omelet.

Hoe je het ook bereidt, taugé is het lekkerst als het écht vers is. Daarnaast wordt er bij taugé uit de winkel door het voedinscentrum gewaarschuwd om het beter niet rauw te eten omdat er bacteriën als salmonella en E. coli op voor kunnen komen. Kiem je ze zelf, dan kun je de bonen door goed af te spoelen en hygiënisch te werken gewoon vrij van schadelijke bacteriën houden en dus veilig rauw eten.

Taugé wordt gemaakt door mungbonen te kiemen, dus niet met sojabonen zoals de belgische naam doet vermoeden.
Mungbonen laten kiemen is erg leuk en gemakkelijk. Maar je moet even weten hoe.

De mungbonen kun je in kleine verpakkingen bij het tuincentrum kopen, maar dan zijn ze vaak redelijk duur. Bij de toko zijn ze ook wel te koop. Maar ik heb zelf vrij veel op voorraad liggen, dus je mag me altijd een berichtje sturen via de contact-pagina en wat bonen overkopen voor een schappelijk prijsje.

“Taugé kiemt natuurlijk heel gemakkelijk, maar als je mooie, rechte en dikke scheuten wil dan zijn hier een aantal trucjes voor. In dit artikel beschrijf ik mijn methode.”

Benodigdheden

• Mungbonen
• Twee lege potjes of bakjes die in elkaar passen
• optioneel: fijn, stevig gaas als ijzergaas of horrengaas
• optioneel: keukenpapier of watten
• Donkere handdoek

 

Het gaas heb je niet nodig, maar kan wel handig zijn. Dit zorgt er namelijk voor dat de wortels van de bonen omlaag kunnen groeien, water kunnen opnemen en de bonen op hun plek houden terwijl de bonen zelf droog blijven.
Knip een vorm uit die net iets groter is dan de bodem van het potje of bakje. Vervolgens vouw je het keukenpapier twee maal dubbel en knipt dezelfde vorm uit, maar dan precies de maat van de bodem.

Je kan deze kiemglaasjes met rooster ook in de winkel kopen. Hier bijvoorbeeld.
Maak je het liever zelf, dan leg je het gaas nog even opzij. Eerst gaan we de mungbonen weken. Door ze te weken kunnen ze genoeg water opzuigen om het kiemproces te starten.
We gebruiken net genoeg mungbonen zodat de bodem bijna vol ligt. Het lijkt weinig, maar 15 gram bonen geeft 100 gram taugé. Dat is ongeveer net zoveel als in de verpakkingen bij de supermarkt.
Voordat je de bonen in het water legt spoel je ze eerst even goed af onder koud water.

“Zet de mungbonen ruim onder water en laat ze 24 uur staan. Je hoeft ze nu niet af te dekken.”

24 uur later zul je zien dat de mungbonen al goed gegroeid zijn en al beginnen te kiemen. Ze groeien uit hun jasje.

Nu spoel je het water weg en spoel je de bonen even af met koud water.
Je legt het keukenpapier en gaas onder in het potje als je dit gebruikt, en legt de mungbonen er bovenop.
Vervolgens komt de truc voor mooie dikke, rechte kiempjes; je zet het tweede potje er bovenop en vult dat potje met iets zwaars als water. Het gewicht zorgt dat de kiempjes dik en sterk worden.
Het potje mag de eerste dag best nog een beetje boven de bonen zweven.
De bonen moeten elke dag of liefst twee keer per dag gespoeld worden, maar mogen na de eerste dag niet meer verschuiven. Dit is goed te doen door het tweede potje er gewoon op te houden en het water tussen de potjes door te laten lopen totdat de bonen onder water staan en vervolgens weer af te gieten. Door een beetje druk op het bovenste potje te houden kunnen de bonen geen kant op.
De potjes met mungbonen zet je binnenshuis, gewoon op kamertemperatuur en dek je af met een donkere handdoek. Bonen kiemen het beste in een donkere omgeving. Dan groeien ze langer door en maken minder snel hun eerste blaadjes aan.

Na ongeveer 5 dagen is de taugé groot genoeg om te ‘oogsten’. Dit zie je goed aan de blaadjes. Wanneer deze goed zichtbaar worden dan is de taugé klaar.

Zoals je ziet komt mijn taugé na 5 dagen boven het potje uit. Het zijn mooie, lange scheuten geworden.

“Na 5 dagen is 15 gram mungbonen uitgegroeid tot 100 gram taugé, en is deze klaar om te gebruiken.”

De taugé haal je vervolgens uit het bakje, en als je met een gaasje hebt gewerkt dan zie je dat de kiempjes netjes op hun plek blijven zitten.
Heb je zonder gaas gewerkt, zorg dan dat je de scheutjes even bij elkaar houdt met de kopjes naar boven. Dat maakt het verwijderen van de worteltjes makkelijker.

De worteltjes kun je er nu makkelijk vanaf snijden. Dit is trouwens niet noodzakelijk, je kan ze prima eten.

En voila, je zelfgekweekte taugé is klaar. Je ziet nu dat de velletjes er nog tussen zitten. Deze kun je eraf spoelen in een bak water. De velletjes kun je ook gewoon eten, maar ze zijn niet zo lekker.
Na het spoelen houd je een heerlijk bergje taugé over dat niet onder doet voor die uit de winkel en ook nog eens veel verser is.

Smakelijk!